Transavia vergelijkt passagiers met gedetineerden

Transavia heeft in meerdere rechtszaken een uitgebreid verweer gevoerd en stelt dat de bedragen die Transavia moet uitkeren aan vertraagde passagiers te hoog zijn. Transavia betoogt dat gedetineerden die ten onrechte gevangen hebben gezeten in het Huis van Bewaring of het politiebureau minder schadevergoeding ontvangen dan passagiers op een vertraagde vlucht. Dat vindt Transavia niet juist. Volgens Transavia’s advocaat kan de passagier immers gaan en staan waar hij wil en kan de tijd doden met internetten, telefoneren of het nuttigen van een maaltijd op kosten van de luchtvaartmaatschappij.

Verder wordt door Transavia aangegeven dat een vergoeding voor minderjarigen niet op zijn plaats is. Een klein kind zal de tijd doorbrengen "met een door Transavia verschafte Fristi soms slapend of spelletjes spelend op de Iphone". Transavia schetst hier een wel  heel vertekend  beeld, waar slechts weinig passagiers zich in zullen herkennen. Uren wachten in een koude of juist verhitte terminal in een vreemd land, zonder communicatie van de airline, met kinderen die verzorging en regelmaat nodig hebben, is geen pretje.

Gezien het dringende karakter van de zaak heeft de rechter al na dertien dagen na de zitting een 'principieel’ vonnis gewezen. Hierbij wijst de Rechtbank de argumenten van Transavia af en ziet geen reden om de compensatiebedragen uit Verordening 261/2004 aan te passen. Dit vonnis vormt zo de basis voor de vele honderden andere zaken die nog lopen. Transavia houdt meer dan 10.000 passagiers  aan het lijntje door als enige airline steeds nieuwe, vaak onzinnige, argumenten aan de Rechtbank voor te leggen. "Het vergelijken van rechten van je eigen klanten met die van gedetineerden is tot nu toe wel de meest bizarre," stelt Hendrik J. Noorderhaven, CEO van EUclaim.