Technisch mankement na vertrek niet buitengewoon
EUclaim heeft een zaak gewonnen tegen Transavia. Het betreft vlucht HV 681 van Amsterdam naar Bodrum, op 5 mei 2009. De vlucht is vertraagd doordat er na vertrek een probleem ontstond met de hoogtemeter. Het toestel is vervolgens teruggekeerd naar Amsterdam. Volgens de Rechtbank Noord-Holland is dit géén buitengewone omstandigheid.
In de Verordening 261/2004 staat beschreven dat de luchtvaartmaatschappij een beroep kan doen op buitengewone omstandigheden. Ook zal zij moeten aantonen dat deze situatie niet voorkomen had kunnen worden. De rechter oordeelt in deze zaak dat: “in zijn algemeenheid een technisch mankement of een indicatie daarvan, dat zich voordoet nadat het toestel is vrijgegeven – released to service – in beginsel moet worden beschouwd als inherent aan de normale uitoefening van de activiteit van de luchtvaartmaatschappij en aldus geen buitengewone omstandigheid oplevert”.
De Rechtbank Noord-Holland benadrukt nogmaals dat een technisch mankement in beginsel geen overmacht is. Vertraagde passagiers hebben dus recht op de financiële compensatie die in de Europese regelgeving beschreven staat.
